De resultaten van het veldnamenonderzoek in Scherpenisse en Westkerke vermelden de veldnaam of toponiem ‘De Graaf’s Ostie (hofstede) of Vredenoord’. Deze naam was ingetekend in de Kosterhoek bij Westkerke. Reden voor mij om eens na te gaan of hier een boerderij heeft gestaan en of die bewoond is geweest door mijn familie.
In de volksmond werd voor deze hoek tussen Hartogsweg en Westkerkseweg overigens ook een iets andere naam genoemd: “D’ Ostie van ’t Graofje”.
Bij het veldnamenonderzoek in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn de veldnamen voor het hele eiland Tholen geïnventariseerd. De meeste veldnamen waren in gebruik tot de herverkaveling van eind jaren vijftig. Toen zijn veel kleine kavels en dus ook de bijbehorende veldnamen verdwenen. Bij het veldnamenonderzoek is gebruik gemaakt van een kaart uit 1954, dus van vlak voor de herverkaveling.
Dit artikel is een chronologisch verslag van deze zoektocht. Met de kennis achteraf had dit artikel een stuk korter kunnen zijn. Maar het was een mooie gelegenheid om een aantal van mijn interessegebieden met elkaar te verbinden: veldnamen, kaarten en kaartboeken.
De Kosterhoek is een kleine prekadastrale hoek ten zuiden van Westkerke. De Kosterhoek wordt gedomineerd door de zogenaamde Westkerkse Berg. De Westkerkse Berg is een vluchtheuvel annex kasteelmotte die in de middeleeuwen in verschillende fasen is opgeworpen.
Het gebied waarvoor de naam De Graaf’s Ostie werd gebruikt ligt na de herverkaveling ten zuiden van de Hartogsweg in de hoek met de Westkerkseweg. Op de foto hieronder is dat het bouwland op de voorgrond. Op de achtergrond liggen de Hartogsweg en de Westkerkse Berg.
De locatie is ook goed te zien op het Geoloket van de provincie Zeeland. Hier kunnen diverse kaartlagen over elkaar gelegd worden waardoor de verschillen tussen oude en nieuwe wegen goed zichtbaar zijn.
Als we verder terug gaan in de tijd dan is een eerstvolgende bron het kaartboekje uit 1894 van mijn bet-over-grootvader Dingenus Keur. Hij heeft de polders van Scherpenisse gedetailleerd ingetekend. De tekeningen zijn gemaakt per prekadastrale hoek. Ook hierin staat in de Kosterhoek geen bebouwing ingetekend (kavels 411, 462 en 160).
Let op de vermelding CvD in de percelen 154, 155 en 161 wat overeenkomt met het kaartboek van C. van Dalen (zie hierna). Het laatste laat echter ook de grippen (greppels) zien, waardoor de percelen worden onderverdeeld in kleinere stukken.
Let ook op de foutieve spelling Korstenhoek i.p.v. Kosterhoek.
Als we iets verder teruggaan, dan zien we in het fraaie kaartboek van Van Dalen uit 1883 twee panden staan. Hierbij staat echter de vermelding ‘gesloopt’ (dit is waarschijnlijk later toegevoegd). Hiervan is het pand met de grote schuur duidelijk de hofstede (ostie).
Let op dat de grippen (greppels) apart zijn opgemeten. Deze tellen uiteraard niet mee voor het zogenaamde ploegensveld.
Let ook op dat de Steenhoek abusievelijk links i.p.v. rechts is vermeld.
Bij de invoering van het kadaster in 1832 wordt op de kadastrale kaart ook bebouwing getoond. Op kavel 159 is een vrij grote boerderij getekend, en daarnaast op kavel 157 een kleiner pand.
Op de kaart van het hele eiland Tholen (1743 en 1744) is in de hoek van de weg eveneens sprake van bebouwing. De kerk is hier ook nog aanwezig.
Op de gedetailleerde kaart van Scherpenisse en Westkerke uit 1749 is op kavel 2 in de Kosterhoek eveneens bebouwing getekend. Deze kaart is een kopie van een kopie, en is dus gebaseerd op veel oudere kaarten. Merk op dat deze kaart naar het zuiden i.p.v. naar het noorden is gericht.
De Westkerkse Berg is ook mooi te zien, hier nog omgeven door water. Op het voorterrein is nog sprake van bebouwing.
Opvallend is dat de kerk hier duidelijk als bouwval is getekend, met vooral de kerktoren nog aanwezig.
Nadat ik had vastgesteld dat er op die plaats in het verleden inderdaad een boerderij heeft gestaan, ben ik op zoek gegaan naar de eigenaren en bewoners.
De vraag was natuurlijk vooral of de familie De Graaf op deze boerderij heeft gewoond. Een goed beginpunt voor de zoektocht leek mij de invoering van het kadaster in 1832.
Bij de invoering van het kadaster in 1832 staan in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT) alle kavels in de hoek van de weg op naam van Jopje Kievit, vrouw van S. Oom, en mede-eigenaren in het gemeen:
Als we verder teruggaan in de tijd dan zijn we aangewezen op de overlopers of veldboeken. In 1798 is er in de Kosterhoek sprake van vier percelen:
De oppervlakte (gemet en roeden) komt overeen met die op de kaart van Hattinga.
In 1739 bestaat de Kosterhoek uit dezelfde vier percelen:
Ook in 1704 bestaat de Kosterhoek uit vier percelen:
Het gaarboek of veldboek uit 1666 is op naam en moeilijk leesbaar. Deze informatie wil ik in een later stadium nog toevoegen.
Verder in het verleden waren er dus geen eigenaren of bewoners met de naam De Graaf. Dan maar terug naar het heden. Bij de volkstelling van 1840 waren de hoofdbewoners (huisnummer 12) nog hetzelfde als bij de invoering van het kadaster:
Als we de kadastrale leggers vanaf 1832 naar heden aflopen dan wordt het snel duidelijk. Hoewel het een tijdrovende klus was, ontstaat na verloop van tijd de volgende lijst van eigenaren en aantekeningen:
Het is dus duidelijk dat de familie De Graaf eind negentiende eeuw eigenaar is geweest van ‘De Graaf’s Ostie’. En naamgenoot Adriaan de Graaf is er ook boer geweest.
Sloop wordt genoemd in 1886 en 1891. Wellicht dat schuur en huis met een tussenpoos van 5 jaar zijn gesloopt.
Vervolgens was de vraag hoe naamgenoot Adriaan de Graaf in mijn familiegeschiedenis past.
Daartoe heb ik via het Zeeuws Archief ( ‘Zeeuwen gezocht’) geprobeerd een provisorische stamboom samen te stellen.
De conclusie is dat het (helaas?) om een andere familie De Graaf gaat. Deze familie is afkomstig van Bruinisse op Schouwen-Duiveland.
Hoewel er nog wel wat open eindjes zijn, heb ik besloten dit artikel nu maar te plaatsen.
Op een later tijdstip kom ik graag terug op de volgende zaken:
ad@addegraaf.com
© Ad de Graaf